'Veertig deuren verder zorg je nog voor elkaar'
Verhuizen naar een andere woning kan best spannend zijn. Hoe voelt het huis als je er eenmaal woont? Kun je aarden in de nieuwe omgeving? En: hoe zijn je nieuwe buren? Voor Jopie Schoffelmeer en Hakki en Gulsen Özkan pakte dat laatste wel héél goed uit. Na hun verhuizing naar een seniorenwoning in In de Buurttuin kwamen ze vlak naast elkaar te wonen. “We spreken een andere taal, maar we vinden elkaar gewoon lief.”
In de Buurttuin is een relatief nieuwe buurt langs de Parkweg en de Burgemeester van Haarenlaan. Het is een gezellig, groen buurtje met eengezinswoningen en twee appartementengebouwen. In het ene appartementengebouw wonen starters, in het andere senioren. Twee jaar geleden kwamen Hakki en Gulsen en Jopie en haar man hier tegelijkertijd wonen.
“Toen mijn man en ik deze woning toegewezen kregen en hoorden dat we Turkse buren zouden krijgen, dacht ik meteen: leuk!”, steekt Jopie van wal. “Ik weet niet precies waarom. Misschien wist ik intuïtief al dat het zou klikken.” Ze zit op de bank in de smaakvol ingerichte seniorenwoning van Hakki en Gulsen. Bij een bezoek aan dit echtpaar duurt het niet lang voordat de tafel vol staat met allerlei lekkernijen en sterke thee. Twee van hun dochters zijn er ook en helpen alles klaarzetten. Voor iedere bezoeker wordt een bord neergezet. Als die te lang leeg blijven, neemt de gastvrouw het heft in eigen handen. Al gauw ligt elk bord vol met een plak zelfgebakken cake, een driehoek van bladerdeeg gevuld met witte kaas, een hartig rond broodje en een zandkoekje.
Bedankkaartje in het Turks
Jopie kijkt glimlachend toe hoe Gulsen in de weer is met de borden en het eten. Zij is inmiddels wel gewend aan de gastvrijheid van haar buurvrouw. “Twee jaar geleden ben ik hier met mijn man komen wonen. Hij was ernstig ziek. Na zijn overlijden stond Gulsen regelmatig voor mijn deur met eten. Zo lief.”
Hakki knikt. “In het begin wisten we nog niet dat Jopies man zo ziek was. Na zijn dood zei mijn vrouw direct: ‘De buurvrouw is verdrietig, wij zijn haar buren, we moeten haar steunen.’ We zijn ook naar de begrafenis geweest. In die tijd hebben we Jopie ook ons telefoonnummer gegeven. We worden allemaal wat ouder. Wij zijn dichtbij, als er iets is, kan ze ons bellen.” Hij vervolgt: “Jopie voelde zich daarna een beetje schuldig, dat wij steeds eten hadden gebracht. Op een dag heeft ze halalvlees gekocht en soep voor ons gemaakt. Dat was wel lekker, hoor.”
Jopie schiet in de lach. “Zo kijk je er niet bij! Daarnaast heb ik trouwens ook nog een bloemetje voor jullie gekocht en een bedankkaartje erbij geschreven. In het Turks, met hulp van Google Translate. Ik kan nooit allemaal terugdoen wat jullie voor mij hebben gedaan, dat was wel het minste.”
Gewoon lief
Gulsen is ondertussen naast Jopie op de bank gaan zitten. Ze zitten hand in hand. Jopie noemt het contact tussen haar en haar buren bijzonder. “We komen uit een andere cultuur en Gulsen spreekt haast geen Nederlands. Maar dat weerhoudt haar er niet van om mij op te zoeken. Als ze gezelschap wil, dan roept ze mijn kat Bibi. Ik doe dan de deur open: ‘Hallo buurvrouw!’ en dan zitten we gewoon even naast elkaar of we eten samen een ijsje.” Gulsen knikt. Ze zegt iets in het Turks tegen een van haar dochters. “Mijn moeder zegt dat ze heel veel van de buurvrouw houdt”, vertaalt ze. Jopie lacht: “We vinden elkaar gewoon lief.”
Dichter bij dochters
Voordat ze naar hun seniorenappartement in In de Buurttuin verhuisden, woonden Hakki en Gulsen 44 jaar in het Rotterdamse Delfshaven. “We woonden daar eigenlijk heel fijn”, vertelt Hakki, die in het dagelijks leven op projectbasis als AutoCAD-tekenaar werkt. “Maar onze dochters waren in Schiedam gaan wonen en vroegen of we niet iets dichterbij wilden komen. In eerste instantie waren we wat terughoudend, we wilden eigenlijk niet weg uit onze vertrouwde omgeving. Maar toen zagen we deze woningen en hebben we ons toch ingeschreven.”
Daar heeft het echtpaar nog geen moment spijt van gehad. “Het is een mooie omgeving hier, met veel groen”, zegt Hakki. “Ik vind het fijn dat de flats niet zo hoog zijn. We hebben een goed uitzicht. En de bereikbaarheid is goed: de metro en de tram zijn vlakbij, net als de winkels. Hierachter kun je terecht voor alles wat je elke dag nodig hebt. Als je wat ouder wordt, is het wel fijn om zulke voorzieningen in de buurt te hebben.”
Prettig thuiskomen
Jopie knikt bevestigend. “Wat ik ook leuk vind: het Beatrixpark aan de overkant. Daar ga ik twee keer in de week sporten met vriendinnen.” Ook Jopie woonde hiervoor in Rotterdam, op de Franselaan. “Ik ben hier met mijn man komen wonen, omdat we behoefte hadden aan een lift. Mijn man kon door zijn ziekte geen trappen meer lopen. We zijn goed terechtgekomen. Ik werk twee dagen in de week bij Van Os, een koffer- en tassenwinkel aan de Coolsingel. Het is prettig thuiskomen, wetende dat Hakki en Gulsen mijn buren zijn. Sowieso hebben we een fijn blok, iedereen zegt elkaar gedag.”
Beter een goede buur
Gulsen laat weten dat ze het fijn zou vinden als er iets van een plek in het gebouw komt waar buren elkaar kunnen ontmoeten. “Burenrelaties zijn heel belangrijk in onze cultuur”, verduidelijkt een van de dochters. “Wij zeggen: veertig deuren verder zorg je nog voor elkaar. En wat mij opvalt: mijn ouders zorgen voor Jopie, maar Jopie zorgt ook voor mijn ouders. Zoals met dat kaartje in het Turks. Of ze belt spontaan aan met een doosje aardbeien. Mijn moeder waardeert dat heel erg.” Hakki vult aan: “In het Turks heb je een gezegde: je koopt geen huis, je koopt buren.” Jopie: “In het Nederlands zeggen we dan: beter een goede buur dan een verre vriend.” “Ja precies”, zegt Hakki. “Zo is het!”